Netklas Heijen Week 

Week 50 (9-16 december 2024)

Huiswerk, week 49-50
In de klas of thuis deze week
  • TaalCompleet A1 Thema 2
    2.1      3, 4, 5, 6, 7, 8
    2.2     10, 14
    2.3     17, 18, 19, 20, 21
    2.4     23, 24, 25, 26, 27, 28, 29
    2.5     31, 33
    2.7     41, 43, 44, 45
    2.8     49, 50, 51, 52, 53
    2.9     56, 57, 59, 60
    2.10   63, 64, 65, 66, 68, 69
    2.11    75, 76, 77, 79, 80, 81
    2.13   86, 87, 88, 89
    2.14   94, 95, 98
    2.15   101, 102, 103, 105, 106
Les 1
  • TaalCompleet A1: toets bespreken
  • TaalCompleet A1, Thema 2, 2.9: een opdracht maken
  • tegenwoordige tijd (herhaling)
  • telwoorden
  • dictee
  • verleden tijd
  • Kahoot!
Les 2
  • les 1 herhalen
  • begrijpen en verstaan
  • niet/geen
  • voorzetsels
  • Kahoot!

Week 49 (2-7 december 2024)

Huiswerk, week 48
  • TaalCompleet A1, Thema 1: online 1.15 boek en computer
  • TaalCompleet A1, Thema 1: online toetsen
  • Zie Whatsapp: leestekst 2 lezen (De familie), vragen beantwoorden , woorden leren
Les 1
  • Thema 1 afronden, antwoorden op vragen:
    hoe heet je, wie ben je, waar kom je vandaan, waar woon je (zie 97 t/m 106)
  • Flitskaarten (dingen benoemen, werkwoord wonen: ik woon etc.)
  • Dictee
  • Handige zinnen
  • Thema 2:
    2.1 nieuwe woorden: naar binnen, lopen, zeggen, naar buiten
    2.2 telwoorden 1 t/m 20
    2.3 tekst lezen, beluisteren, oefeningen
    2.4 de dagen van de week
  • Kahoot!
Les 2
  • Thema 2 (vervolg):
    2.5 hoeveel, wanneer?
    2.6 telwoorden vanaf 20
    2.7 teksten: wat zegt u?
  • Kahoot!

Week 48 (25-30 november 2024)

In detail

Les 1
  • TaalCompleet: Thema 1 (p. 8-39)
    1. Oefen de uitspraak van h en g: klik HIER
    2. Oefen de uitspraak van korte en lange klinkers: klik HIER
    3. Oefen de uitspraak van ei/ij, eu en ui: klik HIER
    4. TaalCompleet online: U I T L E G
  • Herhaling:
    1. Lange en korte klinkers: a-e-i-o-u
    2. Oefening: enkelvoud-meervoud
    3. Spreken: ik ben …, ik kom uit …
  • Nieuw:
    1. Klinkers: au/ou, ei/ei, eu, oe, ui 
    2. Werkwoorden: wonen, spreken, zijn, hebben, komen, gaan, heten
    3. Voornaamwoorden: ik, jij/je-u, hij-zij/ze-het, wij/we, jullie, zij-ze
    4. Woorden: familie (ouders, vader, moeder, zoon, dochter, oma, opa)
    5. Spreken: het gaat het?
  • Oefeningen:
    1. Uitspraak lange en korte klinkers
    2. Werkwoorden: zijn, hebben en meer
    3. Zelfstandige naamwoorden: enkelvoud => meervoud
    4. Zelfstandige naamwoorden: meervoud => enkelvoud
  • Kahoot!
Les 2

1. Dictee: 1.1 Hallo, mijn naam is Julia.

2. Dictee: 1.8 Hoe gaat het?

3. Dictee: 1.12 Ik ben, jij bent, hij is, wij zijn

  • TaalCompleet: Thema 1 (p. 8-39)
    1. Heb jij? Ik heb. Bekijk de video, klik HIER.
    2. Dialoog (Dag meneer/mevrouw), deels uit het hoofd
  • Herhaling:
    1. Klinkers: au/ou, ei/ei, eu, oe, ui 
    2. Werkwoorden: wonen, spreken, zijn, hebben, komen, gaan, heten
    3. Voornaamwoorden: ik, jij/je-u, hij-zij/ze-het, wij/we, jullie, zij-ze
    4. Woorden: familie (ouders, vader, moeder, zoon, dochter, oma, opa)
    5. Spreken: het gaat het?
  • Nieuw:
    1. Zinsbouw
    2. Lidwoord
  • Oefeningen
  • Kahoot!

Week 47 (18-23 november 2024)

Les 1
  • TaalCompleet: Thema 1 (p. 8-39)
    1. Instructies: luister naar, kijk naar, schrijf op, …
    2. TaalCompleet online: uitleg
  • Herhaling:
    1. Lange en korte klinkers: a-e-i-o-u
    2. Oefening: enkelvoud-meervoud
    3. Spreken: ik ben …, ik kom uit …
  • Nieuw:
    1. Klinkers: au/ou, ei/ei, eu, oe, ui 
    2. Werkwoorden: wonen, spreken, zijn, hebben, komen, gaan, heten
    3. Voornaamwoorden: ik, jij/je-u, hij-zij/ze-het, wij/we, jullie, zij-ze
    4. Woorden: familie (ouders, vader, moeder, zoon, dochter, oma, opa)
    5. Spreken: het gaat het?
  • Oefeningen:
    1. Uitspraak lange en korte klinkers
    2. Werkwoorden: zijn, hebben en meer
    3. Zelfstandige naamwoorden: enkelvoud => meervoud
    4. Zelfstandige naamwoorden: meervoud => enkelvoud
  • Kahoot!
Les 2
  • TaalCompleet: Thema 1 (p. 8-39)
  • Herhaling:
    1. Klinkers: au/ou, ei/ei, eu, oe, ui 
    2. Werkwoorden: wonen, spreken, zijn, hebben, komen, gaan, heten
    3. Voornaamwoorden: ik, jij/je-u, hij-zij/ze-het, wij/we, jullie, zij-ze
    4. Woorden: familie (ouders, vader, moeder, zoon, dochter, oma, opa)
    5. Spreken: het gaat het?
  • Nieuw:
    1. Zinsbouw
    2. Lidwoord
  • Oefeningen
  • Kahoot!

Week 46 (11-16 november 2024)

Les 1
  • In de les:
    > Boeken verstrekt
    > TaalCompeet A1: thema 1 t/m 8
    > TaalCompleet A1: online account aanmaken
    > website: netklas.nl
    > ChatGPT
    > Google Translate
    > luisteren en uitspreken: h of g, dictee
    > a of aa, o of oo, dictee
    > telwoorden: een tot tien
    > conversatie: ik ben Ivan/Anna, ik kom uit Oekraïne
    > Kahoot!
Les 2
  • In de les:
    > TaalCompleet A1
    >>p.11: schrijf een vertaling van de blauwe woorden op
    >> p. 21, 1.6: ik, jij, hij
    >> p. 22, 48, 49: Welk woord is weg?
    >> p. 23, 51: ie, oe, ei, ij, dictee
    >> p. 30, 1.11: ui, eu, au, ou, dictee
    > oefeningen maken: open/gesloten lettergreep, lange/korte klinker
    > uitspraak: v of w, dictee
    > uitspraak: ng
    > Kahoot!
Scroll naar boven