Jong en optimistisch
door Rob Vunderink
‘Eeuwig Rusland’, zo zou de titel boven een lofzang op een grootse natie kunnen luiden. Of boven een doemdicht over een duister rijk.
Gisteren kocht ik ‘Vrijuit’, waarin journaliste Iris de Graaf schrijft over haar onbeantwoorde liefde voor het land van haar oma Katja. Haar correspondentschap in Moskou leverde haar spannende verhalen, zenuwslopende ervaringen, haatberichten van Russische en Nederlandse Poetinfans, haaruitval, menstruatiestoornissen en een relatiebreuk op. Voortdurend worstelde ze met de vraag: waarom doe ik dit mezelf aan? De wens om via haar ogen en oren de Nederlanders mee te laten beleven wat er omgaat in dat zwarte gat, gaf de doorslag. Drie jaar hield ze het vol, ze bleef totdat de Russen de duimschroeven te strak aandraaiden. Na haar vertrek belandde ze zelfs op de zwarte lijst: ze mag Rusland niet meer in.
Dat ken ik. In januari 1986 werd mijn contract als vertaler tegen mijn zin niet door de Russen verlengd. Ik moest weg. Een maand later meldde een Sovjetkrant dat ik was uitgezet. In het geval van Iris logen de Russische ambassade in Nederland en Buitenlandse Zaken in Moskou dat zij was vertrokken omdat ze in verwachting was. In mijn geval loog de Russische krant dat ik Joden met een emigratiewens geld ontfutseld had voor hulp. De echte reden voor mijn uitzetting was het geringe enthousiasme dat ik over de Sovjetrealiteit aan de dag had gelegd in Nederlandse en Belgische media. Bovendien had ik mijn stukken neergepend zonder accreditatie, waarmee ik de internationale regelgeving op grove wijze zou hebben geschonden. Welnu, die internationale regelgeving is er niet. Mijn verbanning vond plaats onder de hervormer Gorbatsjov en zou ruim drie jaar duren. Wil Iris ooit terug kunnen naar Rusland, dan zal Poetins repressie eerst moeten overwaaien.
Altijd verbazingwekkend – leugens die niet nodig zijn. De Russen hebben een traditie hoog te houden. De Franse edelman De Custine maakte in 1839 een reis door Rusland en citeert in zijn verslag een Russische oud-ambassadeur: ‘Onze regering leeft van leugens. Liegen is zowel voor hooggeplaatsten als het gewone volk van oudsher nodig om onder een repressief regime te overleven. Zo is het liegen tot een tweede natuur geworden. Jullie zijn gewend om voor jullie belangen op te komen. Bij ons zit het volk al eeuwen onder de knoet. Onze leider komt ermee weg door net te doen alsof wij een democratie zijn. En onze burgers doen net alsof zij hem vrijwillig gehoorzamen. Alles om te voorkomen dat mensen zich vernederd voelen doordat ze zich slaaf weten.’
Je zou dan toch mogen verwachten dat die burgers tenminste onder elkaar solidair zijn. De Custine noteert: ‘Onderdrukte mensen zijn blij als ze zelf ook eens iemand mogen onderdrukken. Dat maakt Russen tot veroveraars. Daarna dient de leugen om het goed te praten: het Russisch bestuur is het beste voor iedereen. Laat Europa maar uitkijken voor Rusland: er komt nog veel ellende aan.’
Toen ik in 1981 in de trein naar mijn toekomstige bruid in Smolensk reisde, zei de conducteur in de Russische wagon: „Ach ja, waarom ook niet, je bent tenminste niet zwart.” Tijdens een interview aan Het Parool vertelt Iris iets wat ze buiten het boek heeft gehouden: op straat in Rusland kreeg haar zwarte vriend te maken met opgestoken middelvingers, in winkels werd hij achtervolgd door beveiligers en er werd zelfs voor zijn voeten gespuugd. Over racisme zei Ruslandkenner en slavist Karel van het Reve tijdens een college: „Antisemitisme is in de Sovjet-Unie verboden, want de staat heeft het monopolie.”
In 1989 dineerde ik met een bevriend Moskous echtpaar en politiek commentator mr. G.B.J. Hiltermann in een restaurant aan de Leidsestraat in Amsterdam.
„Wanneer”, vroeg mijn Russische vriend, „zal Rusland een normaal land worden?”
Mr. G.B.J., resoluut: „Nooit.”
Mijn vriend: „Ik vrees toch dat ik het met u oneens moet zijn.”
Toen ik mijn vriend, die met zijn vrouw allang in de VS woont, enige jaren terug herinnerde aan zijn optimisme, antwoordde hij: „Ach ja, ik was nog jong.”
Iris de Graaf is nog jong en optimistisch. Haar slotzin in ‘Vrijuit’ luidt: ‘Ooit zal Rusland vrij zijn.’
‘Eeuwig Rusland’ – een grootse natie of een duister rijk? Lees het eerlijke en authentieke ‘Vrijuit’ en oordeel zelf.
Reageren kan hier.