Vul de lange of korte vorm van het bijvoeglijk naamwoord in.
Voorbeelden:
de man - oud      De man is ________.  De man is oud.
het jaar - nieuw    In het ________ jaar ga ik weg. In het nieuwe jaar ga ik weg.
het potlood - rood  Schrijf met een _____ potlood. Schrijf met een rood potlood.