BN lang-kort 02Door Rob / 28/05/2024 Vul de lange of korte vorm van de bijvoeglijke naamwoorden of deelwoorden in. Naam Klas 1. oud, jong, rustig, fris De man wandelde met zijn hondje door het park, genietend van de lucht. 2. mooi, breed, geschilderd, verzorgd Dat huis aan de gracht heeft een vers deur en een tuin. 3. nieuw, kapot Zijn fiets, die naast een auto stond, is gisteren gestolen. 4. beschadigd, zwaar Haar telefoon en die laptop moeten dringend gerepareerd worden. 5. wild, zeldzaam, dood In de tuin werden een vlindertje en een vogeltje gevonden. 6. klein, dik, ruim Een hond en een katje speelden samen in de woonkamer. 7. gebroken, scheef, goed, verkopend Het raam en de deur zijn geen visitekaartje voor de huiseigenaar. 8. prachtig, karakteristiek, prettig Deze bloemen en die bomen dragen bij aan een milieu. 9. versgebakken, Frans, houten Een brood en een kaasje lagen klaar op de tafel. 10. groen, bloeiend, stil, aantrekkelijk Dit gras en die bloemen maken zo’n bos erg . Time's up