BN lang-kort

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in.
Voorbeeld: oud, kerngezond => De oude man is nog kerngezond.

1. 
klein, prachtig

Jan heeft een tuin, maar de planten zijn .

2. 
druk, stil, saai

Onze buren hebben kinderen, maar ja, een kind is ook maar .

3. 
bruin, wit, rood

Ik hou van bonen, ik lust geen brood en ik drink wijn.

4. 
vies, vet

varkens worden niet .

5. 
houten, groot, rot

De balken van dat huis waren helemaal .

6. 
koel, mooi, Nederlands

‘Van de meren des doods’ is een bijzonder film.

7. 
schuchter, woest, jonger

Het meisje veranderde in een leeuwin toen haar broertje werd bedreigd.

8. 
vervelend, eeuwig

Het lijkt wel of dat mens het leven heeft.

9. 
goed, absoluut

De Rolling Stones zijn , maar de Beatles zijn mijn favoriet.

10. 
oud, best

Het is een waarheid: de stuurlui staan aan wal.

Scroll naar boven