Infinitief met of zonder te #2

Kies een infinitief met of zonder ‘te’.
Voorbeeld: Ik heb zin om ...
spelen / te spelen
Juiste antwoord: te spelen.

1. 
leren / te leren

Ik probeer Nederlands ...

2. 
besteden / te besteden

Wij willen minder tijd aan klusjes ...

3. 
ontspannen / te ontspannen / ont te spannen

Het is belangrijk ... na een lange werkdag

4. 
weggaan / weg te gaan / te weggaan

Zij besloten uit de stad ...

5. 
vinden / te vinden

Het blijft moeilijk om voor de auto een parkeerplek ...

6. 
zingen / te zingen

Ik hoorde de buurman de hele nacht ...

7. 
werken / te werken

Bram gaat voortaan een dag minder ...

8. 
oplossen / op te lossen / te oplossen

Ze hebben geprobeerd het probleem op tijd ...

9. 
helpen / te helpen

Hij vroeg zijn collega om hem even ...

10. 
plannen / te plannen

Het is verstandig je zaken goed ... , anders kun je in de problemen komen

11. 
bloeien / te bloeien

Alles begint ... in de lente.

12. 
doen / te doen

We laten het liever door een specialist ...

13. 
lopen / te lopen

De kinderen durven niet meer alleen naar huis ...

14. 
oefenen / te oefenen

Die muziek krijg je alleen onder de knie door elke dag ...

15. 
wandelen / te wandelen

Ik zag haar in het park ...

16. 
koken / te koken

De kok tracht elke week een nieuw recept ...

17. 
vragen / te vragen

Meneer, mag ik iets ... ?

18. 
besteden / te besteden

De oudjes proberen minder geld aan luxe producten ...

19. 
vragen / te vragen

Meneer, mag ik u iets ... ?

20. 
halen / te halen

We blijven proberen onze doelen ...

Scroll naar boven