Luisteren 04Door Rob / 06/10/2024 Wat hoor je? Naam Klas 1. Wat hoor je? De schoer staat in de fik. De schuur staat in de fik. De schuur staat in de fiek. Geen 2. Wat hoor je? Beren zijn gevaarlijk. Beiren zijn gevaarlijk. Beren zijn gewaarlijk. Geen 3. Wat hoor je? Daar vliegt een kranvogel. Daar vliegt een kraanwogel. Daar vliegt een kraanvogel. Geen 4. Wat hoor je? Kees loopt op straat. Kees lopt op straat. Keis loopt op straat. Geen 5. Wat hoor je? Wat een lijk feest! Wat een leuk feest! Wat een leuk feist! Geen 6. Wat hoor je? Nieks betekent niets. Niks betekent nits. Niks betekent niets. Geen 7. Wat hoor je? De garing smaakt prima. De haring smaakt prima. De haring smaakt primma. Geen 8. Wat hoor je? Alle eendjes zwemmen in het water. Alle eindjes zwemmen in het water. Alle eendjes zwemmen in het vater. Geen 9. Wat hoor je? Steen is gard. Stein is hard. Steen is hard. Geen 10. Wat hoor je? Botten waren. Botten varen. Boten varen. Geen Time's up