maken-maak o.t.t.Door Rob / 07/03/2023 Geef de juiste werkwoordsvorm. Naam Klas 1. fietsen • ik 2. fietsen • jij 3. fietsen • jij? 4. schoppen • jij 5. schoppen • jij? 6. lopen • jij 7. lopen • jij? 8. maken • jij? 9. maken • jullie? 10. reizen • ik 11. reizen • hij 12. reizen • wij 13. zijn • wij 14. zijn • jij 15. zijn • jij? 16. zijn • hij 17. zijn • u 18. hebben • u 19. hebben • hij 20. hebben • jij? Time's up