Scheidbaar werkwoord #02

Scheidbaar werkwoord • Maak zinnen in de voltooid tegenwoordige tijd
Voorbeelden:
ik – neerzetten – de vaas – daar => Ik heb de vaas daar neergezet.
hij – aankomen – in Parijs (zijn) => Hij is in Parijs aangekomen.
Begin de zin met een hoofdletter en eindig met een punt.

1. 
de man – opzetten – zijn muts

2. 
Anna – opbellen – haar moeder

3. 
ik – opruimen – mijn kamer

4. 
wij – terugbrengen – de boeken

5. 
mijn zus – afwassen – de borden

6. 
wij – aantrekken – onze schoenen

7. 
jullie – schoonmaken – de wc

8. 
ik – opeten – het broodje

9. 
onze hond – weglopen – al vaak (zijn)

10. 
hij – opstaan – om acht uur (zijn)

Scroll naar boven