Stamtijden 1 t/m 10

Geef de juiste Nederlandse werkwoordsvorm. Ga in het enkelvoud uit van de derde persoon.

Voorbeelden:
Обманул (v.t.t.)    heeft bedrogen
Обманули (v.t.t.)  hebben bedrogen
Трескало (o.v.t.)   barstte    

1. Пожарил (v.t.t.)   

2. Испортилось (v.t.t.)

3. Молилась (o.v.t.)

4. Начилось (v.t.t.)

5. Двигались (o.v.t.)

Scroll naar boven