Stamtijden Serie 09

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Voorbeelden:
ovt  fietsen  Ik ________ gisteren naar Gennep.   Ik fietste gisteren naar Gennep.
vtt   maken   Ik ________een boterham __________. Ik heb een boterham gemaakt.
vtt   gaan      Kees _____ naar huis ________. Kees is naar huis gegaan.

1. 
beginnen

Dirk enthousiast aan zijn nieuwe baan .

2. 
bewegen

Na de klap met die stok de rat niet meer.

3. 
bevelen

De agent mij uit de auto te stappen.

4. 
bidden

jij weleens voor het eten?

5. 
breken

Bij zijn val Jan bijna al zijn botten .

6. 
breken

De inbrekers een zijruit om binnen te komen.

7. 
bidden

Mijn oma elke dag om een winnend lot, maar helaas...

8. 
bevelen

De sergeant de soldaat om in de sloot te springen.

9. 
bewegen

Een burn-out mij om simpeler te leven.

10. 
beginnen

Elke dag opa met gymnastiek.

Scroll naar boven