Stamtijden Serie 12

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Voorbeelden:
ovt  fietsen  Ik ________ gisteren naar Gennep.   Ik fietste gisteren naar Gennep.
vtt   maken   Ik ________een boterham __________. Ik heb een boterham gemaakt.
vtt   gaan      Kees _____ naar huis ________. Kees is naar huis gegaan.

1. 
wegen

Ik de koffer en hij is niet te zwaar.

2. 
verstaan

Zeg het nog eens, ik je niet.

3. 
begrijpen

Ik de stelling van Pythagoras nooit .

4. 
wijzen

Jij mij de verkeerde weg .

5. 
schijnen

De zon de hele middag .

6. 
schijnen

Gisternacht de maan fel.

7. 
wijzen

De leraar naar het bord tijdens de uitleg.

8. 
begrijpen

Ik geen moer van zijn verhaal.

9. 
verstaan

je wat ik zei?

10. 
wegen

Mijn zoon vier kilo bij zijn geboorte.

Scroll naar boven