Verleden tijd kiezen 01

Kies tussen de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooid tegenwoordige tijd (vtt).
De ovt beschrijft wat vroeger gebeurde. De vtt impliceert een bepaald, meestal nog geldend resultaat.

1. 
Was of is geweest?

2. 
Doordat de trein te laat kwam, ...

3. 
Proefde of heb geproefd?

4. 
Ik ga niet mee, ik ...

5. 
Las uit of heeft uitgelezen?

6. 
Nee, we gaan niet naar Frankrijk, daar ...

7. 
Toen Riek klein was, ...

8. 
Ik luisterde naar een podcast, terwijl ik door het park ...

9. 
Gingen of zijn gegaan?

10. 
Deed of heb gedaan?

Scroll naar boven