1.
Vul de juiste vorm in voor jij - wij - ik. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
2.
Vul de juiste vorm in voor ik - jij - ik. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
3.
Vul de juiste vorm in voor ik - jij - ik - ik. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
4.
Vul de juiste vorm in voor ik - jullie - jullie. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
5.
Vul de juiste vorm in voor jij - jij - zich - jij - zich - jij - jij - jij - zich - jij. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
6.
Vul de juiste vorm in voor ik - het - jij - jij. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
7.
Vul de juiste vorm in voor zich - wij - het - wij. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
8.
Vul de juiste vorm in voor men/iemand/iedereen - jij - men/iemand/iedereen - hij. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
9.
Vul de juiste vorm in voor jij - men/iemand/iedereen - jij - jij/zelf/jijzelf. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.
10.
Vul de juiste vorm in voor wij - zij. Kies zo veel mogelijk voor de schrijftaalvorm zonder nadruk.