Voorzetsels etc 01

Vul het aangegeven woord in op de beste plek en zet een - (streepje) waar niets moet komen.

Voorbeelden:
in              =>    Vanuit de gang liep ik         de kamer        . Vanuit de gang liep ik  -  de kamer in.

tegenaan =>    Jan zette de fiets             de boom             . Jan zette de fiets tegen de boom aan.

1. 
in

De verwarde man draaide rondjes de huiskamer .

2. 
op

Lachend stapt de zanger het podium .

3. 
van

De voetballer kwam hevig bloedend het veld .

4. 
rond

Met een collectebus in de hand ging Jan de zaal .

5. 
vanaf

De trainer gaf aanwijzingen de zijlijn.

6. 
tegenin

Die eigenwijze meid roeit altijd de stroom .

7. 
voorbij

Op straat liep mijn ex-vriendin me straal .

8. 
door

Om bij het station te komen moet je het hele park .

9. 
om

Net op dat moment kwam een politieman de hoek .

10. 
over

De voetballertjes liepen urenlang kriskras het veld.

11. 
af

Moedeloos stapte de verslagen tennisser het veld .

12. 
op

Enkele spelers bleven teleurgesteld het veld liggen.

13. 
door

Zeg Jantje, wat loop je nou te hollen de gang ?

14. 
vanaf

De oude man viel de trap .

15. 
in

Wij bevinden ons een nadelige situatie.

16. 
uit

De dieren vluchtten het brandende bos .

17. 
vanuit

De stad maakte de trein gezien een povere indruk.

18. 
langs

De Jehova’s getuigen gingen alle deuren .

19. 
over

Het kind stak pardoes de weg .

20. 
onderuit

De boze artiest kon niet meer zijn contract .

Scroll naar boven