Werkwoord ott A0 #01

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld:
zijn   Ik ... getrouwd => ben (Ik ben getrouwd.)

1. 
zijn

Kim een vrouw.

2. 
hebben

Kim 2 kinderen.

3. 
fietsen

Ik hier in Nederland.

4. 
wonen

u in Den Haag?

5. 
komen

Waar jij vandaan?

6. 
gaan

Hoe het?

7. 
heten

Hoe u?

8. 
zeggen

Wat Karel?

9. 
luisteren

Ik .

10. 
schrijven

Wij .

11. 
horen

Ik Julia en Tom praten.

12. 
lezen

De kinderen een boek.

13. 
zoeken

Wat jij?

14. 
praten

Wij niet.

15. 
maken

Hoe u het?

16. 
zijn

Wie jij?

17. 
hebben

Jan een fiets?

18. 
zijn

Peter 40 jaar.

19. 
hebben

jij een auto?

20. 
zijn

u getrouwd?

Scroll naar boven