Zonder nazeggen:
Met pauze voor nazeggen na het belletje:
Uitspraakoefeningen en woordenlijst onderaan.
Kennismaking
Jan: Goedemorgen, mevrouw.
Tonja: Goedemiddag, meneer.
Jan: Inderdaad, het is al middag. Dus ja, goedemiddag!
Tonja: Ik ben Tonja. Wat is uw naam?
Jan: Ik ben Jan. Aangenaam.
Tonja: Hoe gaat het met u?
Jan: Zegt u maar ‘jij’. Je hoeft geen ‘u’ te zeggen. Met mij gaat het goed. En met jou?
Tonja: Ook goed. Waar kom je vandaan?
Jan: Ik ben Nederlander. Waar kom jij vandaan?
Tonja: Ik kom uit Oekraïne.
Jan: Ik woon in Nijmegen. Waar woon jij?
Tonja: Ik woon in Heijen.
Jan: Hoe lang ben je al in Nederland?
Tonja: Bijna drie jaar.
Jan: Spreek je goed Nederlands?
Tonja: Nee, nog niet zo goed.
Jan: Heb je taalles ?
Tonja: Ja. Maar ik versta Nederlands nog niet goed.
Jan: Versta je mij?
Tonja: Ik versta je niet goed. Kun je wat langzamer langzamer praten?
Jan: Ja hoor , geen probleem. Leuk om je te ontmoeten !
Tonja: Leuk ja, inderdaad.
Jan: Wat vind je van Nederland?
Tonja: Ik vind het mooi hier.
Jan: Zullen we even koffie gaan drinken?
Tonja: Ja, gezellig . Morgenochtend misschien ?
Jan: Dat is goed. Tot morgen!
Tonja: Tot ziens!
Luister, zeg na, neem op en vergelijk.
1. Goedemorgen, mevrouw.
2. Goedemiddag, meneer.
4. Dus ja, goedemiddag!
14. Ik ben Nederlander.
22. Spreek je goed Nederlands?
36. Morgenochtend misschien?