Bijvoeglijk naamwoord

Het Nederlandse bijvoeglijk naamwoord kent twee vormen:

kortlang
grootgrote
belangrijkbelangrijke
mooimooie

Прилагательное в нидерландском языке имеет две формы:

краткуюдлинную
grootgrote
belangrijkbelangrijke
mooimooie

Attributief gebruik

De lange vorm gebruik je meestal als het bijvoeglijk naamwoord meteen voor het zelfstandig naamwoord staat:

de oude man, een oude man, (de) oude mannen
de nieuwe auto, een nieuwe auto, (de) nieuwe auto’s
de leuke meid, een leuke meid, (de) leuke meiden

De korte vorm gebruik je voor een enkelvoudig onbepaald zelfstandig naamwoord, dus na het lidwoord ‘een’, na ‘geen’ of bij een weggelaten lidwoord: 

het grijze huis, een grijs huis, (de) grijze huizen
geen lief kind, geen lieve kinderen
Ik houd niet van oud brood. 

Атрибутивное использование

Длинная форма используется обычно, когда прилагательное стоит непосредственно перед существительным:
de oude man, een oude man, (de) oude mannen
de nieuwe auto, een nieuwe auto, (de) nieuwe auto’s
de leuke meid, een leuke meid, (de) leuke meiden
Краткая форма используется для неопределённого существительного в единственном числе, то есть после артикля «een», после «geen» или при опущенном артикле:
het grijze huis, een grijs huis, (de) grijze huizen
geen lief kind, geen lieve kinderen
Ik houd niet van oud brood. 

Predicatief gebruik

Altijd kort is het bijvoeglijk naamwoord als het na het zelfstandig naamwoord komt:

Het huis is groot. De huizen zijn groot.
De man wordt oud. De mannen worden oud.
De brug lijkt stevig. De bruggen lijken stevig.

Zijn, worden en lijken zijn koppelwerkwoorden, net als bijvoorbeeld schijnen, blijken en blijven.

Предикативное использование

Прилагательное всегда в краткой форме, когда стоит после существительного:
Het huis is groot. De huizen zijn groot.
De man wordt oud. De mannen worden oud.
De brug lijkt stevig. De bruggen lijken stevig.
Zijn, worden и lijken – это связочные глаголы, как и, например, schijnen, blijken и blijven.

Onveranderlijke vorm

Onveranderd blijven bijvoeglijke naamwoorden die van materialen zijn afgeleid:

het koperen standbeeld, een koperen standbeeld 
het houten been, een houten been
de glazen deur

Ook onveranderd: plastic

de plastic zak

Неизменяемая форма

Неизменной остаётся форма прилагательных, которые происходят от материалов:
het koperen standbeeld, een koperen standbeeld 
het houten been, een houten been
de glazen deur
Также остаётся неизменным: plastic
de plastic zak

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in.
Voorbeeld: oud, kerngezond => De oude man is nog kerngezond.

1. 
klein, prachtig

Jan heeft een tuin, maar de planten zijn .

2. 
druk, stil, saai

Onze buren hebben kinderen, maar ja, een kind is ook maar .

3. 
bruin, wit, rood

Ik hou van bonen, ik lust geen brood en ik drink wijn.

4. 
vies, vet

varkens worden niet .

5. 
houten, groot, rot

De balken van dat huis waren helemaal .

6. 
koel, mooi, Nederlands

‘Van de meren des doods’ is een bijzonder film.

7. 
schuchter, woest, jonger

Het meisje veranderde in een leeuwin toen haar broertje werd bedreigd.

8. 
vervelend, eeuwig

Het lijkt wel of dat mens het leven heeft.

9. 
goed, absoluut

De Rolling Stones zijn , maar de Beatles zijn mijn favoriet.

10. 
oud, best

Het is een waarheid: de stuurlui staan aan wal.

Scroll naar boven